Ons stappenplan na een melding
van pesten:
A. De mentor
1. Wanneer het pesten plaatsvindt in klassenverband praat de mentor eerst met
de gepeste leerling en later met de pester apart. Vervolgens organiseert de
mentor een gesprek tussen beide leerlingen en probeert tot goede afspraken te
komen.
2. De mentor neemt contact op met de ouders van de pester en de gepeste leerling
en betrekt hen bij de oplossing.
3. De mentor bespreekt direct het vervolgtraject indien het pesten zich
herhaalt.
4. De mentor praat met de klas. Dit is belangrijk in verband met het herstellen
van de groepssfeer en om te benadrukken welke verantwoordelijkheid ieder
groepslid heeft.
5. Indien het probleem zich herhaalt / escaleert, meldt de mentor het bij de
domeinleider van de leerling( en ).
6. Indien het probleem zich herhaalt / escaleert, worden de ouders op de hoogte
gesteld en betrokken bij het vinden van een oplossing.
B. De domeinleider
1. De domeinleider kan in onderling overleg, de rol van de mentor overnemen bij
herhaling / escalatie van het pestgedrag en wanneer het pesten het
klassenverband overstijgt.
2. Hij heeft zo nodig een gesprek met de gepeste leerling en de pester apart of
organiseert direct een gesprek tussen beiden.
3. In het contact met de pester is het doel drieledig, namelijk:
- confronteren
- mogelijke achterliggende problematiek op tafel krijgen
- helderheid geven over het vervolgtraject bij herhaling van pesten.
4. In het contact met de gepeste leerling wordt gekeken of hij bepaald gedrag
vertoont, waardoor hij een gemakkelijk doelwit vormt voor pesters.
5. Hij adviseert, indien noodzakelijk, aan de pester en de gepeste leerling,
hulp op vrijwillige basis door een leerlingbegeleider.
6. Hij stelt alle betrokken ouders / verzorgers op de hoogte wanneer er sprake
is van eerder vertoond gedrag dan wel escalatie.
7. Hij bespreekt de mogelijkheden tot hulp met de ouders.
8. Hij koppelt alle informatie weer terug naar de mentor, voor zover het
gesprek niet in bijzijn van de mentor heeft plaatsgevonden.
C. De taak van onze docenten en
onderwijsassistenten:
Onze docenten en onderwijsassistenten hebben vooral een signalerende rol.
Wanneer zij pesten waarnemen of redenen hebben om pesten te vermoeden, melden
ze dat bij de betreffende mentor.
D. De rol
van onze anti-pestcoördinator / leerlingbegeleider(s):
hij ondersteunt docenten, onderwijsassistenten, mentoren en domeinleiders
tijdens de verschillende fasen in het proces.
Hij biedt individuele begeleiding aan de pester en de gepeste leerling.
Hij kan de mentor assisteren tijdens het mentoruur.
Hij biedt, indien wenselijk in overleg met alle betrokkenen een
SOVA/FRT-training aan.